In De omzwervingen van Steven Severijn is de avonturier onderweg naar de uithoeken van de wereld. Hij reist van Java naar Alaska en van daaruit noodgedwongen weer verder naar Siberië. De geloofwaardigheid van het verhaal balanceert op een dun koord.
Door Bastiaan van Esch
Voor de kenners zijn de verhalen over De omzwervingen van Steven Severijn meer dan bekend. De strip verscheen eind jaren 1970 in weekblad Eppo.
Steven wil aan het begin van de twintigste eeuw met zijn moeder en zusje naar Amerika emigreren. In de haven van Le Havre mist hij de boot en probeert eigenhandig zijn familie achterna te reizen. Hij belandt onder andere in Afrika en Nederlands-Indië.
Peper
Het tweede deel van deze integrale reeks heeft de titel ‘De dertiende valk‘ en beschrijft de avonturen in Nederlands-Indië. Het is een plek die bloeit van de handel. Steven bivakkeert onder de vleugels van peperoplichters. Het zaakje stinkt en uiteindelijk loopt het volledig uit de klauwen. Hij komt zelfs in handen van een terroristische groepering met de naam ‘De dertiende valk‘. Hij ontsnapt een paar keer maar net aan de dood en weet zich in relatieve veiligheid te brengen, samen met een stel Amerikanen.
Pest
‘De Jacht van de E-5‘ is een avontuur dat zich voornamelijk afspeelt op zee. Het is geschreven door Gerard Soeteman (1 juli 1936) die voor de scenario’s vanaf dat moment (1978) het stokje overneemt van Jacques Stoquart.
Op Noord-Borneo aangekomen probeert Steven een baantje te bemachtigen op een schip dat naar Amerika zal vertrekken. Hij wordt echter overal afgewezen. De kleine avonturier is niet voor een gat te vangen, maar werkt zichzelf in de nesten.
Onderzeeër
Op zijn vlucht passeert hij een begrafenisstoet. Het zijn Japanners die hun overledenen graag in hun eigen land willen begraven. Er is echter een probleem: de pest heerst en de overledenen zijn besmet. Vervoer is ten strengste verboden. Er ontstaat onrust en de chaos is compleet. Na deze consternatie ontmoet Severijn de heer Fahgot. Hij blijkt kapitein te zijn van de E-5. Dit is een onderzeeër. Die zal heel toevallig midden op zee op het juiste moment de baan van Steven kruisen.
Siberië
In ‘De dochter van de grootvorst‘ is Steven bijna veilig. Hij is door de heer Fahgot aan wal gezet in Alaska. Nog even asiel aanvragen en hij kan zijn moeder opzoeken. Maar op wonderbaarlijke wijze komt hij in het dunbevolkte gebied al na een paar minuten een drietal mannen tegen. Het zijn Russen die onder het juk van de Tsaar vandaan willen komen. Maar na slechts weer een fractie van tijd staat daar ineens een manschap onder leiding van een Pruisische ‘doorluchtigheid’. Een leidinggevende die geen enkele mededogen kent.
Hij neemt Steven en de mannen mee naar Siberië om hen in een strafkamp zware arbeid te laten verrichten. Onderweg op het schip ontmoet de ongeluksvogel de dochter van de grootvorst. Laatstgenoemde is een grote meneer in het Pruisische gezelschap en hij heeft op het schip de touwtjes stevig in handen. De jongedame is echter zo stikverwend dat pappie alles doet wat dochterlief gebiedt.
IJs
Omdat madame alles krijgt wat ze wenst, raakt ze snel verveeld en besluit om samen met Steven te vluchten. Ze wil het echte leven ontdekken. Zodra de pubers aan wal gaan weten ze te ontkomen en belanden echter alsnog in het strafkamp, maar de twee ontsnappen vervolgens op nogal creatieve wijze, à la MacGyver.
Met een hamer en wat spijkers en wat verder voor handen is verdwijnen de twee kinderen over het ijs. In een mum van tijd heeft het ijs de juiste dikte bereikt en blijven ze uit het zicht van de bevelhebbers. Hun weg leidt hen naar de stad waar ze aan wal gegaan zijn. Er dreigt een groot gevaar en dat kunnen alleen zij voorkomen…
Ongeloofwaardigheid ligt telkens op de loer
De omzwervingen behelzen een heel aantal episodes. Het avonturiertje maakt nogal wat mee en komt telkens in handen van goede en foute mensen terecht. Hij weet keer op keer op het nippertje te ontkomen aan de dood en heeft aldoor de langste adem om toch weer door te gaan. De verhalen lezen uitstekend weg, maar het is niet bepaald geloofwaardig. Vermakelijk is het wel.
Follet is ware tekenkunstenaar
Net als in het eerste deel ben ik onder de indruk van het tekenwerk. Het lijnenspel en de zwart-wit tekeningen zijn verbluffend. Hoe onbegrijpelijk is het dat deze reeks zo lelijk ingekleurd werd. Het talent van Follet is juist goed zichtbaar. Het is een lust voor het oog om pagina na pagina te genieten van deze kunstvorm. Het lichtgebruik, de gekozen perspectieven. Het klopt allemaal.
Dik dossier
Het tweede deel kent eveneens een dik dossier. Je krijgt veel prenten voorgeschoteld van eerder werk van Follet (10 april 1931 – 13 maart 2020). Ook krijg je een aardig inkijkje in het bescheiden leven van de tekenaar. Voor scenarist Jaques Stoquart (10 april 1931 – 2 mei 2018) is er meerdere pagina’s aandacht. Onder andere voor een biografie met een prachtige paginagrote fullcolor prent van de omslag van het Ramiro-album ‘Het geheim van de pelgrim’. Deze plaat is getekend door William Vance op het scenario van Stoquart.
Eindoordeel
Het is wachten op het derde en afsluitende deel van deze integrale reeks. Deze krijgt de titel ‘Thuis’ mee. Ook al dreigen de scenario’s op een aantal momenten de geloofwaardigheid te verliezen, het is en blijft een prettig boek om te lezen. Vooral tijdens de korte dagen vol neerslag en wind verdrink je in het sublieme tekenwerk en ben je haast teleurgesteld dat je na 214 pagina’s aan het einde bent gekomen van dit tweede deel.
De omzwervingen van Steven Severijn – 2. Onderweg
Scenario: Jacques Stoquart en Gerard Soeteman
Tekeningen: René Follet
Uitgeverij: Arboris
216 pagina’s / hardcover / €35,95