Home Kunst en prent Jean-Marc van Tol slaat zijn vleugels uit met Musch

Jean-Marc van Tol slaat zijn vleugels uit met Musch

musch

‘Als u dit leest, ben ik dood. Mijn einde is onvermijdelijk. Wanneer ik de laatste zin van dit gedenkschrift geschreven heb, leg ik mijn pen neer – voor eeuwig – en begeef me naar zolder. Daar pak ik een stoel, ga erop staan, doe de strop om mijn nek en zal ik mezelf verhangen. Mijn vijanden zullen eindelijk krijgen waar ze al die jaren om smeekten: de doodsstuipen van een mus.’


Door Jeroen van Esch

Deze weinig opbeurende woorden vertrouwt Cornelis Musch in december 1650 toe aan zijn memoires. Althans, volgens schrijver Jean-Marie van Tol, want zijn zelfmoord is nooit bewezen.

Van Tol… Van Tol… Dé Van Tol??
Ja, die. Die olijke krullenbol, die samen met de Rijdende Rechter en Bastiaan Geleijnse al 25 jaar Fokke en Sukke maakt. Díe Van Tol blijkt heel wat meer in zijn mars te hebben dan alleen maar super grappige cartoons tekenen. Hij is als Letterkundige afgestudeerd aan de UvA, met een voorliefde voor het Middelnederlands. Dat heb je soms.

muschJean-Marie is echter ook als gastonderzoeker betrokken bij een project van het Huygens ING. Doel is de volledige briefwisseling van raadspensionaris Johan de Witt (een soort Mark Rutte, maar dan machtiger) voor het grote publiek te ontsluiten. Van het één kwam het ander, en het idee voor een trilogie werd geboren. Drie dikke boeken over een jonge advocaat die geen idee heeft van zijn dramatische lotsbestemming.

Musch
In dit eerste deel maken we kennis met hem via het dagboek van de corrupte griffier Cornelis Musch. We lezen over de chaotische zomer van 1650, waarin prins Willem II een aanval op Amsterdam verprutst (Nederland was destijds iets minder aangeharkt dan nu). Alle drie worden ze meegesleurd in levensbepalende gebeurtenissen. Politieke intriges, machtsmisbruik, afpersing, alles was toen al uitgevonden.

jean marc van tol
Van Tol bij BNR

Geen strip
Voor de duidelijkheid: dit is dus geen strip, maar een roman waar je u tegen zegt. Wij striplezers (heel generaliserend) moeten daarom ook ééven omschakelen. Vooral de eerste honderd pagina’s. Namen, families, relaties, geschiedenis, doelen, en dan ook nog verschillende invalshoeken. Niet alleen Musch is aan het woord. Maar als je daar eenmaal grip op hebt – ja, dat lukt ook jou – word je langzaam maar zeker de politieke puinhoop ingetrokken die men ook wel de Gouden Eeuw placht te noemen. Een tip: knal wel die tv uit want je hebt wel al je aandacht nodig bij het innemen van dit literaire debuut.

Historische roman
Wat krijg je er voor terug? Nou, dit: 512 (!) pagina’s oerhollandse geschiedenis, die op voortreffelijke wijze tot leven worden gebracht. Je verdwaalt met slecht betaalde soldaten in de stromende regen. Je zit gevangen zonder dat je weet waarom. Je bekokstooft een eigen agenda. Het lijkt wel Game of Thrones. Je wordt de baas van een Nederland lang geleden, waar de basis gelegd werd voor wat je nu uit het raam ziet. En je wil dat tweede deel: Buat.
Bravo, Van Tol. Bravo.

Jean-Marc van Tol
Musch (Johan de Witt trilogie deel 1)
Uitgever: Catullus
512 pagina’s / €24,95 / paperback

[bol_product_links block_id=”bol_5beddbfb918d2_selected-products” products=”9200000081864882″ name=”Musch” sub_id=”” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”CC3300″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”D2D2D2″ width=”250″ cols=”1″ show_bol_logo=”1″ show_price=”1″ show_rating=”1″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”1″ admin_preview=”1″]

RECENSIES OVERZICHT
TEKST
10
Vorig artikelPol en de vulkaan
Volgend artikelStripwinkel Lambiek bestaat 50 jaar
jean-marc-van-tol-slaat-zijn-vleugels-uit-met-muschAls u dit leest, ben ik dood. Mijn einde is onvermijdelijk. Wanneer ik de laatste zin van dit gedenkschrift geschreven heb, leg ik mijn pen neer - voor eeuwig - en begeef me naar zolder. Daar pak ik een stoel, ga erop staan, doe de strop om mijn nek en zal ik mezelf verhangen. Mijn vijanden zullen eindelijk krijgen waar ze al die jaren om smeekten: de doodsstuipen van een mus.'