Een verhaal over een jongen en een hond dat zich afspeelt rond 1872, doet meteen denken aan de roerige periode waarin armoede een kwestie van leven of dood betekende. Nello en Patrasche is het wereldberoemde verhaal over het bikkelharde bestaan van een weesjongen die één grote droom heeft: Rubens meesterwerk in de kathedraal van Antwerpen aanschouwen.
Door Bastiaan van Esch
Maar armoedzaaiers hebben geen toegang tot de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, het imposante kerkgebouw in het centrum van Antwerpen. Clémentine Daas, de moeder van de jonge Nello, bedelt met haar zoon op de arm voor de poorten van het godshuis. Buiten laat de winter diepe sporen na, dus ze verwacht het goede, maar ze wordt vernederd. Zelfs schuilen in de kerk is er niet bij. De pastoor is resoluut: moeder en zoon worden weggestuurd.
Of het een, of het ander
Eind 19e eeuw is Noordwest-Europa in transitie naar een industriële samenleving. Een periode waarin grote armoede de maatschappij tot op het bot verdeelt. Op de kerk hoeft men dus niet te rekenen, die is enkel goed voor de welgestelden. Zichtbaar levert dat per slot van rekening altijd meer op, dan waar zij in beginsel voor bedoeld is.
Ieder voor zich
Elk individu is op zichzelf aangewezen. Mensen trekken steeds meer naar de stad, werken in fabrieken en in Antwerpen ontwikkelt de scheepsindustrie en daarmee het havengebied zich in hoog tempo. Dit heeft zijn weerslag op een grote groep arbeiders. De een draagt zijn lot met trots, de ander drinkt het weg.
Overleven
De jaren verstrijken. Nello woont inmiddels met zijn grootvader Johan Daas in een krakkemikkig huisje. Maar ze tellen hun zegeningen, want ze hebben een dak boven hun hoofd. Eigen bezit is er niet of nauwelijks, want de landheren en molenaars heersen over de akkers en landerijen en de huizen die daarop gebouwd zijn. Iets zelf opbouwen is er dus niet bij.
Patrasche
Johan en Nello maken lange dagen. ’s Nachts brengen de boeren hun melk naar de familie Daas. Overdag brengt opa met zijn kleinzoon de melk rond in de stad. Hij verdient dagelijks maar net genoeg om hun magen mee te vullen. Als de twee op een dag op de terugweg een stel kraaien in de berm druk zien fladderen, ontdekken ze een hond. Hij is op sterven na dood. Ze besluiten hem mee te nemen om hem een eervolle dood te gunnen. Hij knapt echter op en de kleine jongen geeft hem de naam Patrasche. Een vriendschap is geboren.
Rubens
In de vrije uurtjes doet Nello niets anders dan tekenen. Peter Paul Rubens is zijn grote voorbeeld. Ooit zal hij doorbreken en zullen de mensen voor zijn werk naar de kathedraal komen. De jonge kunstenaar blijkt talent te hebben. Via een vriendelijke schilder die in de velden aan het werk is krijgt hij papier om op te oefenen. Hij stimuleert Nello om mee te doen aan een tekenwedstrijd. Zijn buurmeisje Aloïs, de dochter van de molenaar, poseert met groot plezier. In het kaarslicht tekent hij ook portretten van zijn viervoeter. Zijn hoop om net zo groot te worden als Rubens groeit met de dag. Zijn opa weet wel beter.
Broze gezondheid
Naarmate de tijd verstrijkt wordt de gezondheid van Johan brozer. In de periode voordat Patrasche voor de dood werd weggehaald, was de viervoeter de kartrekker en voetveeg van een dronkenlap. Om toch de melk rond te kunnen brengen zal Nello het werk alleen moeten doen. Maar de kar met de melkbussen kan de jongen zelf nog niet trekken. Zijn trouwe vriend Patrasche weet er wel gelukkig wel raad mee. Op deze manier lukt het toch om inkomsten te blijven genereren, al valt het werk hen erg zwaar.
Bikkelharde realiteit
Het zit de jongen in niets mee en romantisch is het verhaal allerminst. Het is hard, rauw en schuurt precies waar het moet: in je ziel. Ik had echt te doen met het jochie. Hij heeft enkel te maken met tegenspoed, maar blijft hopen op een betere toekomst. Nergens gloort er een lichtje aan de horizon, het wordt daarentegen steeds donkerder in zijn leven. Als hij vervolgens ook nog eens beschuldigd wordt van een groot ongeluk en daarmee al zijn inkomsten kwijt raakt, is het einde zoek…
Realistisch scenario met treffende tekenstijl
De stripbewerking van “A dog of Flanders” door Marie Louise de la Ramée (alias Ouida) uit 1872 is prachtig uitgevoerd. Tekenaar Griffo heeft met zijn tekeningen de juiste sfeer gecreëerd. De illustraties zijn aandoenlijk waar het kan en hard waar het moet. De subtiele inkleuring vind ik bovendien sterk vanwege de keuze voor de vlakke tinten. Nergens voelt het verhaal warm aan en dat is ook precies het doel van dit boek. Het is geen eind goed, al goed verhaal. Het is hoe het is: zonder sociaal vangnet zullen de sterksten overleven en heersen over de minder bedeelden. Je ziet maar of je de volgende dag haalt.
Eindoordeel
De stripversie over Nello en Patrasche dendert mijn top 3 van dit jaar binnen. Alles klopt aan dit stripboek. Het scenario is uitgebalanceerd en op een hele mooie wijze uitgegeven en de tekeningen zijn treffend. Opnieuw bewijst het beeldverhaal zijn waarde. Het is Griffo en Legendre gelukt om met deze realistische strip grote indruk op mij te maken. Mijn verwachtingen vooraf waren hooggespannen en zijn ruim overtroffen.
Nello en Patrasche
Scenario: Marc Legendre
Tekeningen: Griffo
Uitgeverij: Kennes
104 pagina’s / hardcover / € 22,95
Haal dit boek bij je favoriete winkel of bestel direct online: