Een integrale uitvoering van ‘De Beverpatroelje’ is voor de fans van weleer een nostalgische verzameling padvindersverhalen. De Bevers gaan ondergronds en doorstaan in de Pyreneeën en op open water de elementen van de natuur. In dit zevende deel strijden de padvinders tegen stereotype schurken en bewijzen dat vriendschap en loyaliteit van onschatbare waarde zijn.
Door Bastiaan van Esch
Verhalen uit de jaren 70 zijn van ver voor mijn tijd. Voor mij als lezer zijn reeksen als De Beverpatroelje nieuwe verhalen. Tegelijkertijd is het voor de liefhebber pure nostalgie. Een boeiend verschil voor mij, omdat ik mezelf moet uitdagen de tekeningen en het scenario in de tijd te plaatsen.
Historisch besef
Een mooi voorbeeld is de aanwezigheid van grenswachten en bijbehorende strenge grenscontroles. In het verhaal wordt het als de normaalste zaak van de wereld beschouwd. Als kind van de jaren 80, opgegroeid in de jaren 90 was er inmiddels vrij verkeer tussen de Schengenlanden. Ik, als lezer, heb niet anders dan open grenzen meegemaakt, totdat de coronamaatregelen daar verandering in brachten. In de jaren 70 was er dus geen sprake van vrij grensverkeer.
Van alle markten thuis
De vrienden zijn in het Zuid-Franse berglandschap op zoek naar de mythe van El Demonio. Mensen verdwijnen of worden levenloos teruggevonden, zonder enig spoor van de dader. Het is de vriendengroep eraan gelegen dit mysterie op te lossen. De rollen zijn duidelijk verdeeld. Veulen (leider en oudste van het stel), Kat (een uitstekende en dappere assistent), Valk (slimste padvinder en beste speurneus), Tapir (een temperamentvolle scout met tamme lintworm) en Vlieg (de Benjamin en onzekerste van de vijf). Alle ingrediënten zijn aanwezig om onder alle omstandigheden tot een oplossing te komen.
Stereotype schurken
De verhalen zitten goed in elkaar. De overige personages zijn wel behoorlijk stereotype, maar dat mag de pret niet drukken. De slechterik heeft een dikke snor en een te grote bril en probeert in de gunst te komen van de scouts, maar zijn dubbele agenda zal hem uiteindelijk de das om doen.
Het zevende deel van deze integrale reeks bestaat uit twee vervolgverhalen en de start van een nieuw verhaal. Het derde verhaal speelt zich af op de Middellandse zee. Daarbij ontstaan dezelfde karaktereigenschappen bij de bad guy en heb je vrij snel door waar het verhaal heen zal gaan. Ook hier is dat voor mij geen issue, want het leest heerlijk weg. Een avonturenstrip hoeft niet zwaar te zijn.
Gedateerd tekenwerk
In tegenstelling tot het scenario vind ik het tekenwerk van MiTacq (Michel Tacq) vrij gedateerd. Dat komt door de beperkte of juist overdadige emoties en bijbehorende gelaatsuitdrukkingen. Daarbij vind ik de tekeningen statisch overkomen en de inkleuring heeft op het geheel een sterke invloed. De uitgever heeft met het gekozen papier uitstekend rekening gehouden. Voor deze uitgave is het crème getinte Luxcream-papier gebruikt en dit draagt bij aan de juiste sfeerzetting. Een prima keuze.
Conflict tussen scenarist en tekenaar
In het dossier valt te lezen dat er nogal wat te doen was om de verdeling van de gelden voor de scenarist en de tekenaar. Ze hadden elkaar nodig, maar ze vochten een robbertje uit om tot een goede, evenwichtige inkomstenverdeling te komen. Het scenario van Jean-Michel Charlier is van zo’n hoog niveau, dat dit het geheel naar een acceptabel niveau tilt, waardoor het complete plaatje in orde is. Lees het dossier hoe beiden tot een oplossing gekomen zijn.
Mooi voor de heb
Het lezen van het zevende integrale deel van de Beverpatroelje was vooral relaxed. Gewoon weten dat het allemaal goedkomt, maar toch de spanning ervaren over hoe het allemaal uiteindelijk zal uitpakken. Dit heeft Jean-Michel Charlier goed uitgewerkt. Een prima boek voor de liefhebber van decennia-oude avonturenstrips.
De Beverpatroelje 7 – Ondergronds
Scenario: Jean-Michel Charlier
Tekeningen en inkleuring: Michel Tacq
Uitgeverij: Arboris
176 pagina’s (inclusief dossier) / hardcover / € 27,95
Haal dit boek bij je favoriete winkel of bestel direct online: