Er is goud gevonden in Californië! Het gerucht verspreidt zich als een lopend vuur over de hele wereld. Er komt in 1848 een grote stroom op gang van allerhande op goud belust volk. De goldrush is begonnen. Op naar San Francisco! Maximilien Bonnot gaat er in 1851 ook naartoe. Niet omdat hij door de goudkoorts besmet is, maar hij heeft een ander doel: wraak…
Door Martijn Douma
San Francisco wordt overspoeld door bannelingen en avonturiers. Onder hen honderden Fransen: veel van hen zijn Frankrijk ontvlucht na de mislukte Parijse revolutie van 1848. Laat Bonnot nu tijdens die mislukte revolutie soldaat zijn geweest, bij de nationale garde van de Seine. Daar werd hem iets vreselijks aangedaan door revolutionairen.
Ruige adjudant
Nu is onze Maximilien, met zijn soldatenachtergrond, voor geen kleintje vervaard en dat valt op in een ruige goudzoekersomgeving. Zijn reputatie blijkt hem te zijn vooruitgesneld: generaal De Freney vraagt hem bij aankomst als zijn adjudant voor hem te komen werken. In de placers, de nederzettingen in de heuvels bij Frisco, zal de orde moeten worden gehandhaafd. Want er zullen belastingen moeten worden geïnd, namens de gouverneur van de staat.
Voor Bonnot de uitgelezen kans om ongemerkt op zoek te gaan naar degenen waarop hij wraak wil nemen. Hij accepteert de job dus, en neemt ook nog eens het groentje Tortillard in zijn kielzog mee.
Buiten de getreden paden… deels
Laat het maar aan Jean-Pierre Pécau over om een gedegen verhaal in elkaar te timmeren. Dat deed hij immers ook al in reeksen als De verborgen geschiedenis, Uur U en Wonderball. Hij probeert buiten de getreden paden van prairies, woestijnen, ranches, indianen en forten te blijven en benadert San Francisco vanuit Midden-Amerika. Met een historische achtergrond is hem dat aardig gelukt. Al is dat met de karakters wat lastiger te doen: de vingervlugge revolverheld, een generaal, een groentje en een danseres die een hele saloon in vuur en vlam weet te zetten – dat hebben we allemaal wel eens gezien.
Ruw en welgevormd
De tekeningen van Benoît Dellac (Slangengod, Frontlinies) passen prima bij het verhaal, ze benadrukken de ruwe, ruige sfeer van een mijnwerkerskamp. Het komt nog wel eens wat onoverzichtelijk over, maar ook dat hoort er wel bij. Zoals zo vaak moet ook Dellac laten zien dat hij welgevormde dames kan tekenen en – spoileralert – hij kan het. De covertekening is overigens door Nicolas Siner getekend: een geweldig mooie plaat, die vast bedoeld is om de verkopen op te stuwen.
Het eerste deel van het drieluik Sonora zal vooral de liefhebber van het westerngenre goed bevallen. Voor anderen is het best een leuk verhaal. Maar het is pas deel 1 – wie weet wat Pécau en Dellac nog in petto hebben…
Tekst: Jean-Pierre Pécau
Tekeningen: Benoît Dellac
Covertekening: Nicolas Siner
Inkleuring: Scarlett Smulkowski
Vertaling: Mariella Manfré
Grafische verzorging: Studio MYX
Uitgever: Silvester Strips
Softcover: 56 pagina’s / € 9,95 / ISBN 9789463066068
Hardcover: 56 pagina’s / € 19,95 / ISBN 9789463066051