Striptekenaar Étienne Davodeau neemt ons mee op een lange voetreis. Het startpunt is de grot van Pech Merle, bekend van oeroude rotstekeningen. Het eindpunt is het gehucht Bure, waar een opslag voor kernafval gerealiseerd wordt. Wat verbindt deze plekken? Wat heeft de mens hiermee te maken?
Door Martijn Douma
Het grondrecht komt over als een documentaire: het is een verslag van de voetreis door Frankrijk die de auteur in 2019 heeft gemaakt. Hij begon bij de grot van Pech Merle, in de zuidelijke provincie Occitanië, en eindigde na 800 kilometer in het gehucht Bure, in het Noordoosten.
Van Lot naar Maas
Van de plek waar de beroemde grottekeningen uit de prehistorie zich bevinden naar de plek waar een ondergrondse opslagplaats wordt gebouwd voor het langdurig bewaren van radioactief afval. Van de rivier de Lot naar de Maas.
Gestippeld paard
De rotstekeningen in de betreffende grot, gemaakt door cro-magnonmensen, zijn afbeeldingen van dieren zoals mammoeten, herten, bizons en het beroemde gestippelde paard. Dit roept vragen op, zoals voor wie deze tekeningen bedoeld waren en wat ze precies betekenen. Ze zijn minimaal 18.000 jaar geleden gemaakt en goed bewaard gebleven, dus veel duurzamer dan dit vind je ze niet. Het zijn voetsporen van de mensheid, uit het verleden.
500 meter diep
Bij Bure wordt de opslag voor radioactief materiaal op 500 meter diepte gebouwd door Cigéo, het industrieel centrum voor geologische opslag. Vragen die hierbij oppoppen zijn natuurlijk in hoeverre deze opslag gevaar oplevert voor mens en natuur. Maar ook hoe ervoor gezorgd kan worden dat de mensheid ook over duizenden jaren nog weet dat het radioactieve materiaal er ligt. Het zou immers 100.000 jaar kunnen duren voordat het gevaar geweken is. Het opslaan van de noodzakelijke info erover is riskant, want wie kan garanderen dat de info dan nog beschikbaar is, digitaal uitgelezen kan worden èn kan worden begrepen? Deze voetsporen zullen in de verre toekomst nog zichtbaar zijn.
Geen mens
Fransman Davodeau legt zijn tocht grotendeels alleen en te voet af. Hij loopt door velden, over heuvels en bergen. Hij trotseert het Massif Central en het Morvangebergte. Er zijn dagen dat hij geen mens tegenkomt en er zijn dagen dat hij zichzelf de luxe van een overnachting in een hotelletje gunt, of een terrasje pakt. Een vriend trekt enkele dagen met hem op. En ergens halverwege vergezelt zijn vrouw hem een dag of twee. Goed voor de motivatie, want mentaal en fysiek zit Davodeau er op dat moment aardig doorheen.
Meelopers
Hij mag de voettocht dan grotendeels in zijn eentje hebben afgelegd, in het verhaal loopt er wel degelijk een aantal verschillende mensen een eind met hem mee. Gelukkig maar, want anders zou dit boek een stuk saaier zijn geworden. De meelopers zijn deskundigen op diverse gebieden, die hij voorafgaand aan de reis en naderhand heeft gesproken. Ze delen hun kennis over de onderwerpen die Davodeau bezighouden. Zoals de omstandigheden waarin de grottekeningen tot stand zijn gekomen en wat de mogelijke betekenis ervan is. Klimaatverandering, kernafval, duurzaamheid, hoe papier tot stand komt en hoe lang het meegaat.
Verzet
De auteur spreekt ook met mensen die van dichtbij hebben meegemaakt hoe Cigéo, in opdracht van de Franse overheid, te werk is gegaan in Bure en omgeving. Zoals een wethouder en een activist. Uit die gesprekken is gebleken dat de Franse overheid er bewust voor heeft gekozen de opslag in een gehucht in the middle of nowhere te plaatsen, om te voorkomen dat er al te veel mensen tegen in verzet komen. Er werd gesuggereerd dat het traject banen oplevert en dat alles volstrekt veilig is voor mens en natuur. De experts plaatsen daar vraagtekens bij. De keuze voor het gehucht voorkwam het verzet niet helemaal, waarna de Franse overheid en met name de politie zich van haar slechtste kant liet zien.
Veelkleurig
Terwijl Davodeau filosofeert, mijmert, redeneert en converseert trekt het veelkleurige Franse landschap onder je ogen voorbij. ‘Veelkleurig’ in overdrachtelijke zin tenminste, want het boek is in grijstinten ingekleurd. De landschappen en vergezichten die voorbij komen doen vermoeden dat het in het echt een lust voor het oog moet zijn. En ook al tekent Davodeau dat getrouw, het ontbreken van kleur is dan wel een gemis hoor. Inmiddels kun je wel stellen dat hij een kenmerkende tekenstijl ontwikkeld heeft, waarin hij realisme combineert met een vrolijke noot. Deze man weet wat hij doet!
Moffelen
Étienne Davodeau stelt zich in dit boek op als waarnemer en filosoof en treedt bovendien naar voren als voorvechter van grond en natuur. Hij legt de problemen van het kernafval bloot en de wijze waarop de Franse overheid probeert dit gevaar weg te moffelen – letterlijk onder de grond en buiten het publieke oog om. Hij adresseert de wijze waarop de Franse overheid repressie gebruikt om het verzet tegen de opslag de kop in te drukken. Maar hij doet ook her en der suggesties voor oplossingsrichtingen waarover nagedacht zou kunnen worden.
Serieus
Dit klinkt allemaal knap serieus en dat is het ook. Natuurlijk zorgt Davodeau met een grap en een kwinkslag regelmatig voor wat luchtigheid, maar dit is een serieus boek. Het zit goed in elkaar, maar is niet voor iedereen weggelegd. Ben je fervent wandelaar, natuur- of klimaatliefhebber, mag je graag je hersenen inspannen of ben je wat meer filosofisch ingesteld, dan is dit een heerlijk boek voor jou.
Étienne Davodeau (1965, Botz-en-Mauges) heeft inmiddels een indrukwekkend oeuvre opgebouwd, dat met name bestaat uit albums over mensen en hun gedrag en documentaire-achtige graphic novels. In de eerste categorie vallen onder andere de oneshots De stroman (1996), De val (2004), Luchtwegen (2022) en het tweeluik Lulu (2018), in de tweede categorie zijn in het Nederlands alleen De onwetenden (2015) en Het grondrecht vertaald.
Het grondrecht
Scenario en tekeningen: Etienne Davodeau
Vertaling: Arend Jan van Oudheusden
Grafische verzorging: Studio Peter de Raaf
Uitgeverij: Concertobooks
200 pagina’s / hardcover / € 36,99 / ISBN 9789430109699