New York, 1990. De zwaar getatoeëerde bodybuildende politieagente Azami vindt tijdens haar werk een baby in een vuilnisbak. Ze is dol op het ventje! Dat zuigt haar echter een wereld vol duistere praktijken in. Haar adoptievader Pavel is er gelukkig ook nog, al wordt hij geconfronteerd met spoken uit het verleden.
Door Martijn Douma
Mochten de namen Pavel en Azami je bekend voorkomen dan kan dat kloppen: ze spelen allebei een rol in het album ‘Little Tulip’ (2015, Le Lombard). ‘New York Cannibals’ is het vervolg, dat zich twintig jaar later afspeelt en ook deel uitmaakt van de Collectie Getekend van uitgeverij Le Lombard.
Steroïden
Pavel is tatoeëerder en heeft een eigen tattooshop. Hij heeft Azami aangenomen als zijn eigen dochter. Geen wonder dat zij ook helemaal onder de inkt zit! De baby vindt ze vlak nadat ze van de dokter te horen heeft gekregen dat ze waarschijnlijk geen kinderen kan krijgen, vanwege haar veelvuldig gebruik van anabole steroïden. Dit bericht veroorzaakt groot verdriet bij haar… Ze besluit dan ook om het gevonden kind te houden. Maar al snel blijkt dat de baby niet willekeurig achtergelaten is, maar dat er een bende bij betrokken is, die de baby koste wat kost terug wil hebben.
Spook
Intussen duikt er bij Pavel bijna letterlijk een spook uit zijn verleden op: zijn geliefde Nadya. In een ver verleden waren ze geliefden. Dat was in de tijd dat ze allebei in een goelag zaten, in de woeste, desolate regio Kolyma – zo’n 6.000 kilometer ten oosten van Moskou. Maar hij heeft haar lijk daar met eigen ogen gezien. En nu duikt ze ineens hier op, zoveel jaren later. Ze zegt voor een overheidsinstantie te werken en wil dat Pavel geld gaat vervalsen, gezien de geweldige kwaliteit van zijn tekeningen.
Anna
Nadya is niet het enige ‘spook’: ook de angstaanjagende Anna – ‘de Hyena’ – duikt op. In de goelag runde ze een vrouwenbende die geassocieerd werd met kannibalisme. Haar zaken in New York zijn ook niet bepaald fris te noemen… Een duister figuur, met allerlei occulte shit in haar kielzog, die zich laat omringen door zeer gespierde vrouwen – zoals Azami dus. Dat occulte doet mijns inziens wat afbreuk aan het verder sterke verhaal.
Snakken
Er hangt continu een gevoel van dreiging boven dit verhaal. Azami wordt opgejaagd vanwege haar baby, Pavel komt ook in levensbedreigende situaties terecht. De vraag of ze hier ongeschonden uit kunnen komen, en hoe dan, wordt steeds groter. De markante bijfiguren verschaffen zo nu en dan wat lucht, zoals de travestiet – tevens pooier – Quinto en de zwerver zonder benen Albatros. Die lucht heb je als lezer wel nodig, want snakken zul je! Naar lucht, naar licht. Dit verhaal voert je mee de duistere krochten van New York in, daar waar de daklozen vertoeven, de gangs, de maffia en anderen die het daglicht niet willen of kunnen verdragen. Is er wel licht aan het einde van de tunnel?
Meesterlijk
François Boucq (Rijssel, 1955, bekend van o.a. Bouncer en De Janitor) weet op meesterlijke wijze de sfeer van dit verhaal te vangen in zijn tekeningen. Hij zet een geweldige enscenering neer en een groezelige versie van het New York van die tijd. De inkleuring draagt flink bij aan de, bij vlagen creepy, atmosfeer. Zijn karakters weet hij sterk uit te vergroten zonder dat het karikaturen worden. Boucq op het hoogtepunt van zijn kunnen! Alweer een zeer geslaagde samenwerking met de Amerikaanse auteur Jérôme Charyn (1937), die erin geslaagd is een duister maar realistisch verhaal neer te zetten.
Tekst: Jérôme Charyn, bewerkt door François Boucq
Tekeningen: François Boucq
Inkleuring: François Boucq, Alexandre Boucq & Denis Béchu
Vertaling: BOOM! Wingene
Uitgeverij: Le Lombard (via Ballon Media)
120 pagina’s / hardcover / € 24,95 / ISBN 9789064216589
Bestel bij je favoriete stripzaak, boekhandel of direct online (wel ietsje duurder):
